J.A. Brongers (1933-2022)
Biografische gegevens:
Johannes Ayolt Brongers, geboren 1933 in Den Haag als zoon van Joop A. Brongers (1906-1954) en Jeanne van den Elst (1908-1998)
Ayolt Brongers studeerde scheikunde aan de universiteit van Leiden. Promoveerde in 1976 op Air photography and Celtic fields research in the Netherlands, waarin onder meer een inventarisatie van akkercomplexen uit de IJzertijd. Hij was van 1962 tot 1998 verbonden aan de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek en werd hoofd van de natuurwetenschappelijke afdeling. Brongers verdiepte zich in de vroege belangstelling voor oudheden in Drenthe en publiceerde in dat verband over landmeter Cranssen, die in 1817 betrokken was bij het vastleggen van de grens tussen de Groninger en Drentse venen en in 1818 de Valtherbrug en de Celtic fields bij Valthe karteerde ('Berend Willem Cranssen, een Groninger amateur-archeoloog van grote klasse (1779-1860)', Groningse Volksalmanak 1972-1973, 133-136). Publiceerde voorts over C.J.C. Reuvens' archeologisch werk in Drenthe (1833: Reuvens in drenthe: een bijdrage tot de geschiedenis van de Nederlandse archeologie in de eerste helft van de negentiende eeuw (1973); zie ook zijn Een vroeg begin van de moderne archeologie. Leven en werken van Cas Reuvens (1793-1835) (2002)). Brongers heeft met S.H. Achterop de uit de Late Bronstijd en Vroege IJzertijd daterende hamerbijlen van het type Baexum en Muntendam geïnventariseerd ('Stone cold chisels with handle (Schlägel) in the Netherlands', Berichten van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 29 (1979) 255-356).
In zijn vrije tijd publiceerde Ayolt geregeld over de geschiedenis van zijn woonplaats Amersfoort en over Colf en Kolf. Na het overlijden van Steven J.H. van Hengel in 1985 stond hij aan de wieg van de Stichting S.J.H. van Hengel 'Early Golf' die in 2013 overging in de Stichting Nederlands Golf Archief 'Early Golf' (in een personele unie met de Commissie Erfgoed van de Koninklijke Nederlandse Golffederatie (NGF)). Hij bracht in de Stichting S.J.H. van Hengel 'Early Golf' de persoonlijke colf- en kolfcollecties in van Steven van Hengel en van zijn vader Joop A. Brongers. In beide stichtingen vervulde hij een bestuursfunctie en publiceerde regelmatig. Van de Stichting NGA 'Early Golf' is hij sinds 2014 'erelid'. Ayolt is een fervent verzamelaar; zijn persoonlijke bibliotheek omvat ca. 70.000 titels.
(DS)
Literatuur
• Lit.: J.A. Bakker, 'De opgraving in het Grote Hunebed te Borger door Titia Brongersma op 11 juni 1685', NDV 101 (1984) • R. Brongers, 'Komôf en fermidden fan Titia Brongersma', It Beaken 58 (1996) nr. 1.
Artikelen/foto's:
Om begrip te krijgen omtrent de relatie Van Balveren – kolf is het noodzakelijk de soms zeer verschillende betekenissen van het woord ‘kolf’na te gaan in het tussen 1864 en 1998 verschenen grote Woordenboek der Nederlandse Taal (WNT). In eerste instantie worden er in het WNT 14 min of meer verschillende betekenissen onderscheiden. Deze reeks begint (no 1) met ‘wapen bestaande uit een zware stok met verdikt uiteinde’ en vervolgt (no 2) met ‘slaghout bij het kolfspel’.
Onder no 13 komen we bij een betekenis van ‘kolf’ die voor het probleem Van Balveren relevant is: een kolf is een teken behorend bij een functie waaraan op enigerlei wijze de uitoefening van gezag verbonden is. Er is dan ook een samenstelling met kolf: ‘kolfdrager’. Deze functionaris loopt in een ceremoniële optocht (cortège) voorop om de waardigheid van de volgenden aan te kondigen. De kolf is hier een waardigheidsteken, te vergelijken met een bisschopsstaf of pedellenstaf. De eenvoudigste vorm van een bisschopsstaf heeft dan ook maar een halve krul en lijkt het meest op een kolf (betekenis no 2). De pedellenstaf gaat terug naar de elementairste definitie van kolf: zware stok met verdikt uiteinde. Het verdikte uiteinde is vaak een door een kunstenaar gemaakt object van edelmetaal.
De kolfstokken in het familiewapen Van Balveren moeten gezien worden als waardigheidstekens. De familie had namelijk indertijd heerlijke rechten in hun woonplaats Wamel. Het gemeentewapen van deze gemeente bevat ook drie kolven.
In dit licht moeten ook bepaalde statige schilderijportretten van welgestelde (jonge) mannen worden gezien. De geportretteerde is daarbij staande afgebeeld met een kolfstok in de hand als teken van zijn (aanstaande) waardigheid. Een enkele maal staat op deze portretten de kolfstok met de slof (de zware metalen slagzijde) als een bisschopsstaf omhoog. Dit om de waardigheidsfunctie te accentueren.
Literatuur
Soest, A.C.A. van, De colfstok in de heraldiek, in: Colf. Kolf. Golf. Van middeleeuws volksspel tot moderne sport (Zutphen, 1982) 66-67.
Lage Landen hebben de oudste papierenBuiten kolf en vroeg golf nader bekekenKolf: het buitenspel naar binnen
Bron: archief Steven J.H. van Hengel