Palmmalie (Malie), ordonnantie Utrecht, 1637
Ordonnantie Palmmalie Baan Utrecht, 1637
Transcriptie
Copije
Ordonnantie op 't spelen in de palemaillebaen der stadt Utrecht
I
In den eersten sal niemant in de voorschreven baen moegen speelen sonder consent ende kennisse van de
maillemeester, op pene van bij ijder contraventeur te
verbeuren telcken XXX stuijvers.
II
Ende sal ijder persoon, die in desen baen wil speelen, den
maillemeester alfvoorens betaelen drie stuijvers, ende
de huer van de maille sijnde hij eene begeert, gelijck drie stuijvers ende oock van ijdere boll gelijcke drie stuijvers, ende dat soo menig mael als, hij daer uijtgescheijden sijnde, weder sal willen speelen.
III
Item sullen de speelders, ten eijnden eenijder in ofte omtrent den baen sijnde gewaarschout mach weesen gehouden sijn overluijt te roepen, Garde, ofte diergelijcke, anders sal de nalatighe ijmandt komende te quetsen ofte beseeren, gehouden sijn de costen van 't meesterloon smerte en versuijm te betaelen boven arbitrale correctie.
IIII
Een ijder speelder sal sijn boll op gelijcke gront laeten leggen, sonder deselffde op hoopkens te setten, op de verbeurte van drie stuijvers, telcken reijs, en sal de boll, uijt de baen geslagen sijnde, voor een slagh, met de hant daer weeder inne moeten schieten, reght over de plaetse daer die bij deselve gelegen hadde, op verbeurte van gelijcke drie stuijvers.
V
Oock sal niemandt, 't zij oudt ofte jongh, als in de baen
gespeeld wort, in deselve moegen gaen wandelen, blijven
staen, op de plancken sitten, nogh daer door loopen, dan
alleen deselve overdwars passeren, op de verbeurte van XII stuijvers.
VI
Item sal niemant, in de voorschreven baen moegen de cloot schieten kolven ofte anders ergens mede moegen speelen, dan alleen met boll ende maille, op de verbeurte
van 't geene daer meede gespeelt werdt, ende telckens twaelff stuijvers daerenboven.
VII
Ende appliceren alle de voorschreven boeten tot behoefte van den maillemeester, die tot de executie derselven mede geauthoriseert werdt.
VIII
Ende indien ijemant de maillemeester in 't excerceren van sijn ampt misseijt offte misdoet, sal verbeuren drie gulden, t'appliceren de eene helfte ten behoeve van den officier, ende d'ander helfte voor den maillemeester, boven arbitrale correctie.
IX
Soo wie de baen ofte plaeten die op de koockers leggen,
offte plancken van deselfs sijnde, compt te schenden offte breecken, offte een gedeelte van de quartiering, sal verbeuren de boeten van twaelff stuijvers
X
Ende sullen de ouders voor haer kinders dese ordonnantie contravenieren ende gehouden wesen te verantwoorden.
Lager stont:
Aldus provisionelijck goet gevonden ende gearresteert
bij mijn heeren burgemeesteren ende regeerders der
stadt Utregt, den XVIe October 1637.
Ende nogh lager stont: ende was
onderteijckent aldus.
Mij secretaris present
J. van Nijpoort
Vrij vertaald in hedendaags Nederlands staat hier:
Kopie
Verordening op het spelen in de maliebaan van de stad Utrecht
1. Niemand mag in de baan spelen zonder toestemming en medeweten van de maliemeester. Overtreding wordt bestraft met een boete van 30 stuivers voor elke overtreder.
2. Ieder die in deze baan wil spelen moet tevoren de maliemeester drie stuivers betalen. De huur van een malie bedraagt eveneens drie stuivers evenals de huur van een bal. Deze bedragen zijn verschuldigd elke keer dat het spel gespeeld wordt.
3. De spelers moeten luid Garde of iets soortgelijks roepen teneinde iedereen in of nabij de baan te waarschuwen. Indien bij nalatigheid iemand geraakt wordt moet de speler de gederfde inkomsten en andere kosten van het slachtoffer vergoeden. Deze boete wordt verhoogd met een bedrag dat door de rechter wordt vastgesteld.
4. Elke speler moet zijn bal vanaf de grond spelen, zonder deze op een hoopje te plaatsen. Overtreding wordt bestraft met een boete van drie stuivers voor elke slag. Als de bal buiten de baan is geslagen moet deze, met bijtelling van een slag, met de hand weer binnen de baan gegooid worden over de plaats heen waar de bal voor het laatst geslagen is. Overtreding wordt eveneens bestraft met een boete van drie stuivers.
5. Als in de baan gespeeld wordt mag niemand, oud noch jong, in de baan wandelen, blijven staan of zitten. Alleen dwars oversteken is toegestaan. Overtreding wordt bestraft met een boete van twaalf stuivers.
6. Het is verboden in de baan te klootschieten, te kolven of een ander spel te spelen, behalve dat met de malie en de bal. Overtreding wordt bestraft met verbeurdverklaring van hetgeen waarmee gespeeld is, vermeerderd met een boete van twaalf stuivers.
7. Voornoemde boetes komen ten goede aan de maliemeester. Deze is mede geautoriseerd de boetes te innen.
8. Degene die de maliemeester in het uitoefenen van zijn ambt beledigt of zich ten opzichte van hem misdraagt wordt bestraft met een boete van drie gulden, die voor de helft ten goede komt aan de schout en voor de andere helft aan de maliemeester. Deze boete wordt verhoogd met een bedrag dat door de rechter wordt vastgesteld.
9. Beschadigingen aan de baan en toebehoren worden bestraft met een boete van twaalf stuivers.
10. Ouders zijn er verantwoordelijk voor dat hun kinderen deze verordening naleven.
(Daaronder stond op het origineel)
Aldus provisioneel goedgekeurd en vastgesteld door de heren borgemeesters en bestuurders van de stad Utrecht op 16 oktober 1637.
(En daaronder stond op het origineel)
Was getekend,
J. van Nijpoort,
secretaris van de stad Utrecht
Bron: Geert & Saar Nijs (www.ancientgolf.dse.nl/). De transcriptie is verzorgd door Paul van de Wiel