Jan Abrahamsz. van Beerstraten, Het Paalhuis en de Nieuwe Brug te Amsterdam. 1663

Het Paalhuis en de Nieuwe Brug te Amsterdam, 1663, door Jan Abrahamsz. van Beerstraten (Amsterdam 1622 - 1666 Amsterdam)

Het dichtgevroren IJ vormt het decor van uitbundig ijsvermaak. Prominent in beeld is de Nieuwe Brug over het Damrak, die de plaats markeerde waar de Amstel in het IJ uitmondde. Op de brug bevindt zich het Paalhuis, het gebouwtje waar schippers paal- of havengeld betaalden. Rechts staat het Huis met het Torentje uit 1553. Op de kade ervoor lopen enkele oosterse kooplieden. Verderop is het Zeerecht zichtbaar, een douanegebouw voor de scheepvaart. Van de hier afgebeelde gebouwen is de Oude Kerk op de achtergrond een van de weinige die tegenwoordig nog bestaan. Jan Beerstraten stamde uit een Amsterdamse familie van topografieschilders. Zijn winterse stadsgezichten vormen veelal aantrekkelijke combinaties van herkenbare locaties en menselijke activiteiten op en rond het ijs.

Rechts de Tesselse Kade en het Huis met het Torentje, dat in 1553 werd gebouwd. De eerste bewoner was een reder, die het torentje liet bouwen als uitkijkpost, om zicht te krijgen op zijn schepen als deze het IJ binnenzeilden. Op deze plek staat nu het Victoriahotel. Links staat het Paalhuis waar de schepen het paalgeld (havengeld) moesten betalen. Aansluitend de Nieuwe Brug over het Damrak. Op de voorgrond links een 'koek en zopie'. Rechts, op de kade staat een groepje mannen in oosterse kleding naar de ijspret te kijken. Het zijn waarschijnlijk Armeense kooplieden, die in Amsterdam in de 17e en de 18e eeuw handel dreven.

De schildersfamilie Beerstraten stelt de kunstgeschiedenis voor problemen. Het bestaan van Jan Abrahamsz Beerstraten, waarschijnlijk dezelfde als Johannes Beerstraten, is boven iedere twijfel verheven. Zijn signatuur siert zowel zeeslagen als stadsgezichten, waarbij in het laatste genre de nadruk ligt op Amsterdam. Andere, verwante stadsgezichten dragen de naam A. Beerstra(a)ten, wat zou verwijzen naar de zoon van Jan, genaamd Abraham. Over hem zwijgen echter de archieven vanaf 1666, het sterfjaar van de vader. De zwierige linkerpoot van de A in zijn signatuur kan daarbij evengoed duiden op een werk van Jan Abrahamsz Beerstraten, die de J en de A aan elkaar placht te schrijven. Dan is er ook nog de ietwat schimmige tweede zoon, Anthonie. De overeenkomsten in stijl, thematiek en formaten binnen de “groep” Beerstraten maken het er niet eenvoudiger op. Wel kan worden opgemerkt dat het aan Jan Abrahamsz toebedeelde oeuvre wordt gekenmerkt door een overtuigende ruimtewerking en geslaagde verbeelding van de winterse kou, terwijl de topografie en de wolkenluchten van Abraham iets minder virtuoos zijn geschilderd. Er is echter wel sprake van eendere stijlkenmerken, hetgeen niet verwonderlijk is omdat vader en zoon wellicht een atelier hebben gedeeld. Gedateerde stadsgezichten van de Beerstratens zijn er alleen van na de stadhuisbrand van 1652, reden waarom misschien de ongedateerde Brand van het Oude Stadhuis als een der vroegste bijdragen aan dat genre mag worden bestempeld. Enkele schilderijtjes van het nog intacte Stadhuis dateren waarschijnlijk eveneens van na de brand. Een veel groter aantal schilderijen heeft echter juist de buitenrand van de stad tot onderwerp: de poorten, het IJ en de omstreken van de stad. Deze thematiek en de toenemende productie van stadsgezichten houden wellicht verband met de Vierde Uitleg van Amsterdam, die in 1654 begon met de sloop van enkele bolwerken. Tijdens de realisering van het uitbreidingsproject vanaf 1662 verschenen er kort na elkaar vier nieuwe stadsbeschrijvingen. Een aantal prenten in de Historische beschrijving der Stadt Amsterdam van Olfert Dapper uit 1663 vertoont opvallende overeenkomsten met sommige schilderijen van de Beerstratens voor wat betreft de beeldhoek van de voorstelling en het gekozen standpunt ten opzichte van een gebouw of plein. Aangezien hierbij geen gedateerde werken zijn van vóór 1663, is niet aannemelijk te maken dat het Beerstraten-atelier betrokken is geweest bij de levering van prentontwerpen. Navolging van de prenten ligt dus eerder voor de hand, temeer daar de figuratie steeds verschillend is. Tot de groep behoren onder meer het Paalhuis van Jan Abrahamsz en de St. Olofskapel en de Noorderkerk in de winter, beide toegeschreven aan Abraham. Het atelier lijkt met deze productie handig te hebben ingespeeld op de behoefte aan stadsgezichten die door de uitbreiding enerzijds en de publicaties anderzijds werd aangewakkerd. (Norbert Middelkoop)

Olieverf op doek. 62,5 x 88,5 cm. Signatuur/datering linksonder op ijsschots: Joannes Beerstraten 1663

Herkomst

Veiling B.E. Greving (Amsterdam) en weduw Gallé (Kampen), Amsterdam (De Brakke Grond), 3 februari 1874, nr. 8 aan W.A. Hopman, gekocht van deze op dezelfde dag; Kamer van de wethouder van financiën, 1879; bruikleen aan Rijksmuseum, 1925-1975

Amsterdam Museum, Amsterdam (SA 7291). Aankoop 3 februari 1874

Bron: Stichting NGA Early Golf, beeldcollectie van Steven J.H. van Hengel, Do Smit