Onderwerp: Golfvaardigheidsbewijs (GVB)
Golfvaardigheidsbewijs (GVB)
Het Golfvaardigheidsbewijs (GVB) ontstond midden jaren tachtig als antwoord op de snelle groei van golf en de behoefte aan veiligheid, etiquette en doorstroming op schaarse Nederlandse banen. In 1985 werd het GVB aangekondigd als landelijke proeve van bekwaamheid; in 1986 trad het officieel in werking. Het bestond uit een theorietoets (regels en etiquette) en een praktijkdeel waarin basisvaardigheden en baanwaardig gedrag centraal stonden. Het GVB gaf geen automatisch speelrecht op elke baan, maar werd wél een herkenbare norm waarmee clubs starters konden toelaten. Al vroeg circuleerden varianten (oranje/oranje-wit/wit) die samenhingen met clublidmaatschap en handicapstatus.
De acceptatie groeide snel. In 1988 werd het GVB in brede kring gezien als effectief instrument tegen “wildgroei”: het bracht structuur in de instroom, legde minimumeisen vast (o.a. minimale afstanden, putting, etiquette tijdens een holes-ronde) en bevorderde veiliger baanverkeer. In de jaren negentig groeide de groep GVB-houders sterk. Tegelijk rees de vraag hoe niet-leden (witte GVB’ers) hun golfloopbaan konden vervolgen. Dat leidde eind jaren negentig tot het besluit om handicapregistratie voor alle golfers mogelijk te maken. Vanaf 1 januari 1999 kon iedere GVB-houder een officiële handicap voeren, waarmee een tweedeling werd voorkomen en één uniform systeem ontstond.
Rond 2010–2011 werd het systeem inhoudelijk aangescherpt. Kernpunten waren: verplichte registratie van kandidaten, een wachttijd tussen herkansingen (een einde aan “ééndagscursussen”), inzet van gecertificeerde examinatoren en extra nadruk op etiquette en praktische basisregels. De gedachte verschoof van een eenmalige test naar kwaliteit en continuïteit: betere starters die ook daadwerkelijk blijven spelen, ondersteund door begeleiding na het examen.
De volgende moderniseringsslag kwam in 2014 met het 9-stappenplan. Het GVB werd herijkt van einddoel naar fase in een leerpad richting Handicap 54. Het regelexamen werd praktijkgerichter, er kwamen online oefenmodules, en beginnende golfers konden op een zelfgekozen moment met een marker een kwalificerende score neerzetten. Zo verschoof de nadruk van een toegangsdiploma naar spelend leren en het opbouwen van een overdraagbare speelsterkte binnen het handicapsysteem.
In deze ontwikkeling blijft de oorspronkelijke doelstelling overeind: beginnende golfers veilig en baanwaardig de baan in krijgen, met duidelijke verwachtingen over gedrag en basisvaardigheid. Tegelijk sluit het moderne traject aan op de praktijk van vandaag: laagdrempelig starten, meteen ervaring opdoen in de baan en stap voor stap doorgroeien binnen één herkenbaar, landelijk kader.
Zie ook:
Artikelen:
Onderwerp: Golfvaardigheidsbewijs (GVB)
Club: NGF
Personen: Rolf Olland
Personen: Jan Kruyt
Personen: Jan Kruyt