NGF Notulen - 1927
1927
Vergadering op 25 Januari 1927 des namiddags om 5 uur Restaurant Anjema;
Aanwezig de Heeren Jhr Mr A.M. Snouck Hurgronje; E. Cremers; Jhr Mr C.
de Pesters; P.J. Elout; K.M.A Enthoven; A. van Hoey Smith; [ ] Janssen en G.M. del Court terwijl de Heer van Heek ietwat later ter vergadering komt. De notulen der vorige vergadering worden door de Secretaris voorgelezen en ongewijzigd goedgekeurd.
Ingekomen is een schrijven van de Golfclub Enghuizen mededeelende dat deze club gaarne tot het Nederlandsche Golf ComitŽ zoude toetreden doch alsnog slechts f.25;- contributie per jaar zoude kunnen betalen. Men is algemeen van oordeel; dat nu de nieuwe regeling van f1;- per lid in werking is getreden; men daarop onmogelijk uitzonderingen kan maken en zal dus aan de GC Enghuizen bericht worden dat niet op het voorstel kan worden ingegaan; doch gehoopt wordt dat zij op de gewone voorwaarden toch lid van het N.G.C. zal worden.
Besloten wordt de Twentsche GC als lid toe te laten en is het den Voorzitter zeer aangenaam de heer Janssen en ook de heer van Heek als toehoorder op deze vergadering het welkom toe te roepen.
Na eenige discussie wordt besloten het Nederlandsch Olympisch ComitŽ te berichten dat; zooals het N.G.C. nu werkzaam is het onmogelijk blijkt Koninklijke goedkeuring op Statuten te ontvangen. Daar men het karakter van het ComitŽ niet wenscht te veranderen en in tegendeel de tegenwoordige samenstelling en werkwijze de algemeene goedkeuring draagt der aangesloten vereenigingen; zal men voor het lidmaatschap van het N.O.C. moeten bedanken; aangeboden zal worden de jaarlijksche bijdrage ad f.50;- te blijven betalen.
Een schrijven van Gebr. Gerzon; verzoekende de resteerende dassen; (van het Nationale team) tegen f.150.- over te nemen; zal afwijzend beantwoord worden; daar zelfs tegen die billijke prijs in tientallen van jaren geen 10 dozijn dassen geplaatst zullen kunnen worden.
Bij monde van de Heer Cremers brengt de Kascommissie verslag uit over het onderzoek dat boeken over 1925 en 1926; dewelke accoord zijn bevonden; waarna de penningmeester gedŽchargeerd wordt. De Heeren Cremers en van Hoey Smith; stellen zich; op verzoek van de Voorzitter; wederom beschikbaar tot het nazien der bescheiden in 1928.
Het volgende wedstrijdprogramma wordt daarna vastgesteld:
10 April: Competitie Den Haag - Kennemer
1 Mei: Competitie - Kennemer - Hilversum
15 Mei: Competitie - Hilversum - Den Haag
25/26 Juni of 2/3 Juli: Dames en Amateur Kampioenschap te Voorne
17 Juli: Open Kampioenschap te Den Haag
25 September: Competitie Kennemer - Den Haag
9 October: Competitie Hilversum - Kennemer
23 October: Competitie Den Haag - Hilversum
De internationale wedstrijden tegen Belgi‘ en Frankrijk zullen aldaar in de 2de helft van Mei gehouden worden; terwijl aan Duitschland verzocht zal worden 18 September
Om te voorkomen dat aan het Open Kampioenschap door jongelieden medegedaan wordt die absoluut geen kans hebben doch alleen medespelen om gratis van dŽjeuner; caddies enz. te genieten zal als voorloopige maatregel geprobeerd worden hen met f5;- entrŽe heffing af te schrikken. Van de Hilversumsche professional D. Monk was er dergelijk geen tegenwerking zal ondervinden.
Wat de instelling van een Nationaal Professional Kampioenschap aangaat gelooft men daar nog mede te moeten wachten; wordende te Noordwijk jaarlijks reeds een wedstrijd voor de Hollandsche
De heer Cremers zegt dat hij als samensteller van het Nationale team moeilijkheden ondervindt; om hem dit te vergemakkelijken zal hij een wedstrijd uit kunnen schrijven tusschen de diverse candidaten; en deze geheel regelen; zooals hem dat goed dunkt.
De Heer van Hoey Smith vraagt of het niet mogelijk zoude zijn bij debalotteeren voor het lidmaatschap van een club; deze ook niet in andere clubs toe te laten. Daar dit in de praktijk (vooral door de seizoenclubs) niet goed mogelijk zal; wordt hiervan afgezien.
De Heer Enthoven vraagt of bij het vaststellen der wedstrijden geen onderling overleg omtrent de data gepleegd zoude kunnen worden. Daar er echter tegenwoordig zooveel bekers verspeeld worden acht men dit niet doenlijk.
Daar het N.G.C. slechts een maal per jaar vergadert wordt besloten eene commissaris te benoemen die de loopende zaken af zal doen en beslissingen zal kunnen nemen omtrent spoedeischende gevallen. Hiertoe worden de Heeren Snouck Hurgronje; Cremers en del Court aangewezen. Niets meer aan de orde zijnde wordt de vergadering gesloten.
(Ondertekend A.M. Snouck Hurgronje en G.M. del Court)