Liederen voor den 25sten Nationalen Kolfwedstrijd - 1910

Herkomst: Stadsarchief Amsterdam

Gebeurtenis: NK Kolf 1910

Transcript:

LIEDEREN

voor den 25sten Nationalen Kolfwedstrijd

Koog aan de Zaan


Welkomstlied

Wijze: Queen Victoria


Het is nu vijf en twintig jaren,

Dat deze Bond werd opgericht,

En kwamen er ook vaak bezwaren,

Een ieder lid deed steeds zijn plicht.

Men kreeg gestaag ook nieuwe leden,

Twee kolfbanen zelfs er bij,

En daarmee zijn wij zeer tevreden,

Elk kolver is daarmee zeer blij.

Neemt de kolf ter hand,

Slaat daarmee galant,

De bal naar 't doel maar door de kolfbaan steeds,

En als gij niet wint,

Blijft toch goed gezind

Ter eere van dit vroolijk feest.


Elk weet, men kan niet allen winnen.

Al doet een ieder ook zijn best,

Maar blijft toch goed bij uwe zinnen,

Want anders is men zeker lest.

En slaat uit wrok dan nummer elven,

Wanneer 't geen twaalf wezen kan,

Ik wensch, blijf immer maar u zelven,

Sta pal als een standvastig man

Neemt de kolf ter hand,

Slaat daarmee galant,

De bal naar 't doel maar door de kolfbaan steeds,

En als gij niet wint,

Blijft toch goed gezind

Ter eere van dit vroolijk feest.


Een oude digtmaker.


Welkom in de baan.

Wijze: Wien Neerlands bloed.


Zijt welkom, vrienden, aan de Zaan,

Gij, kolvers van ons land,

Zijt allen welkom in deez' baan,

Slaat 'n kolfje naar uw hand;

Want doet gij dat niet, dan is 't mis

En gij behaalt geen prijs;

Want dit is zeker en gewis,

Gij staat hier op glad ijs. (bis)


Dat gij met luist en ijver slaat

Uw bal steeds door de baan,

En uitgerekend dat hij staat

En nooit te ver zal gaan.

En slaat gij twaalf, elf of tien,

Dat vindt men mooi gedaan,

Als gij dat doet, dan zult ge zien,

Wie met de prijzen gaan. (bis)


Dus, vrienden, nu vol goeden moed

Neemt elk de kolf ter hand,

En slaat er mee, ja raak maar goed,

Tot roem van Nederland.

Al komt zij scheef of achterin,

Of midden in de baan,

Toch nooit begeve u de zin

Om eens een twaalf te slaan. (bis)


Een oude digmaker.


Onder groen en vlag bedolven

Wijze: Henri's drinklied


Onder groen en vlag bedolven

Zijn wij hier in deze zaal;

Hopende eens goed te kolven,

Zij 't niet voor de laatste maal.

Houd maar moed,

Slaat maar goed,

Dat de ballen zuiver loopen,

Om als 't kan, ik wil dit hopen,

Dat gij met een goeden prijs

Vroolijk aanvangt de thuisreis.


Bij het rollen van de ballen

Denken wij aan 't zuiver slaan,

Anders raakt men aan het mallen

En komt met geen prijsje aan.

Slaat dus goed,

Als gij 't doet,

Dan hebt gij toch vele kansen

Dat uw bal niet gaat aan 't dansen;

Als gij niet raakt van de wijs

Komt gij licht thuis met een prijs.


Hopen wij dus, feestgenooten,

't Zij uit Zuiden, of uit 't Noord,

Uit het Westen, of uit 't Oosten,

Dat ons niets de vreugd verstoort.

Let toch wel

Op uw spel,

Slaat steeds twaalven of elven,

Is 't soms tien, blijft steeds u zelven.

Of een negen, houd u goed

Als het soms met minder moet.


Een oude digtmaker.


Een maal in 't jaar is er kolfpartij.

Wijze: De Zilvervloot


Een maal in 't jaar is er kolfpartij

Van den bond, in ons land gevestigd,

En al wie dan kan, die is er ook bij,

Wanneer hij maar niet belet is.

Slaat raak,

Slaat raak,

Slaat raak al met vermaak;

En doet het wis en goed,

Al met bedaarden spoed,

Precies zooals 't wezen moet. (bis)


Want slaat gij poedel, dan is 't al mis,

Een zes of een zeven dat kan nog,

Maar doet gij 't met minder, dan is 't gewis,

Dan behaalt gij nooit een prijs toch.

Mik juist,

Mik juist,

Mik juist, dat het zoo ruischt;

En hebt gij dat gedaan,

Zoo recht door in de baan,

Dan komt gij op de twaalf te staan. (bis)


Een oude digtmaker,


Het is nu vijf en twintig jaar.

Wijze: De wereld is in rep en roer.


Het is nu vijf en twintig jaar,

Dat deze bond ontstond, 't is waar,

Gij kunt dat zelf betellen. (bis)

Die van 't begin af medeging

Met vrienden van deez' kolfkring,

Kan daar van meevertellen. (bis)


De Koog die is in rep en roer,

Want thans geschiedt de groote toer

Om prijs te mogen spelen, (bis)

Daarom, zorgt vrienden, dat gij raakt,

Opdat gij steeds veel punten maakt,

Om prijs te kunnen deelen. (bis)


Ik wensch u op dit feest geluk,

Geen uwer slaat een kolf aan stuk,

Dat is geen punten maken. (bis)

Slaat midden door en vlug er uit,

Opdat gij op geen banden stuit,

Dan kunt gij 't doelwit raken. (bis)


Een oude digtmaker.


Afscheidslied.

Wijze: Queen Victoria.


De kolvers gaan helaas weer henen,

't Gaat nu weer op de thuisreis aan,

Wie om te kolven zijn verschenen,

Zij blijven denken aan de Zaan.

Wij wenschen elk geluk en vrede,

Wanneer zij in hun kring weer zijn,

En dat heeft zeker wel zijn reden,

Want elks geluk is ook het mijn.

Leeft dan vroolijk voort,

Door 't geluk bekoord,

En blijft denken aan deez' vriendenkring,

Alles om u heen,

Stemt u steeds tevreên,

Blijde zij de herinnering.


Nu gaan wij kolvers weer vertrekken,

Misschien zien w' eens elkander weer,

Zoo niet, 'k wil de gedachte bij u wekken:

Leg noode slechts uw kolf ter neer.

En mocht die tijd toch eenmaal komen,

Schikt u in 't lot dan welgezind,

En blijft dan in gedachte droomen

Van 't schoone spel, dat g' hebt bemind.

Leeft lang vroolijk voort,

Door de kolf bekoord,

En blijft denken aan deez' vriendenkring,

Gaan wij blijde heen

Over 't spel tevreên.

Leve lang d' herinnering!


Een oude digtmaker.