A.P.L. Spuijbroek, St. Eloyen Gasthuis. 1905-1910

Geposeerde foto van de heer A.P.L. Spuijbroek op de kolfbaan van het St. Eloyen Gasthuis. Spuijbroek was destijds secretaris van de Kolfbond en broeder van het St. Eloyen Gasthuis te Utrecht.

Rechts op de foto hangt aan een ketting de 'armenbus' waarin geld werd verzameld om de armlastigen in de stad te helpen ondersteunen. De bus is nog steeds in het gasthuis aanwezig (maar hangt niet meer op deze plaats).

De pose van de heer Spuijbroek lijkt verdacht veel op de gravure in het boek 'De Nederlanden, karakterschetsen, kleederdrachten, houding en voorkomens van verschillende standen' uit 1841 van Henry Brown. Dat is ook niet zo verwonderlijk, want deze afbeelding sierde toen (en siert nog steeds) de kolfbaan. Zie het album Prenten in het tijdvak 1700-1885.

Behalve secretaris van de Kolfbond was Spuijbroek ook de oprichter van de kolfclub 'Utrecht St. Eloyen Gasthuis', daarin gesteund door broeder C.F.H. Klokke, mede hoofdbestuurder van de Nederlandsche Kolfbond (de Kolfbond had zijn domicilie destijds in Utrecht). Voor deze oprichting verkregen zij de instemming van het College van Regenten na het indienen van het volgende verzoek (geschreven op tweede Kerstdag 1901):

Hooggeachte Heeren,

Bij deze heb ik de eer U mede te deelen. dat in de vergadering van den 19en December jl. is besloten (onder nadere goedkeuring van Heeren Regenten) tot oprichting van een Kolfclub 'Utrecht', met ingang van 1 Januari 1902, waartoe als leden kunnen toetreden Heeren Regenten en Broeders van den Huize St. Eloy, mit de hospitanten.

In die vergadering is tevens besloten om aan U het beleefde verzoek te richten om, tegen storting onzerzijds van fl. 10,- per jaar in de kas van het Eloyen Gasthuis, met ingang van 1 Januari 1902 te worden ontheven van de verplichting om 6 cent baangeld per partij te betalen. Daarbij werd tevens de wenschelijkheid uitgesproken om dat bedrag tot fl. 15,- te verhoogen, zoodra de financiën van de club zulks zullen kunnen toelaten.

Met onzen erkentelijken dank voor de welwillendheid reeds van den Heer Eerste Huismeester en het Dagelijks Bestuur van het Huis ondervonden, onderwerpen wij ons voorstel beleefdelijk aan uw oordeel, in de verwachting, dat de oprichting van de club Uwe goedkeuring zal kunnen wegdragen en in de hoop, dat een en ander zal leiden tot een krachtige herleving van ons echt nationaal kolfspel en tot een voortdurende bloei van den Huize St. Eloy.

Met de meeste hoogachting en met gepasten eerbied heb ik de eer te teekenen, namens de kolfclub 'Utrecht',

de administrateur A.P.L. Spuybroek

De 'Heeren Regenten' gaven hun goedkeuring, maar achteraf bleek die baanhuur amper de gestegen gaskosten te dekken. Desondanks werd het contract toch tot wederopzegging verlengd.

In de zomer werd de overkapping van de baan geschilderd, op 8 september 1902, tijdens de 17e algemene ledenvergadering van de bond in het lokaal van de heer Sticking te Koog aan de Zaan, trad de kolfclub 'Utrecht' toe tot de 'Nederlandsche Kolfbond' en in 1907 behaalde het clubkorps met 263 punten de overwinning in het driedaagse Nationaal Kampioenschap te Krommenie.

Bron: 'Golfing curious and the like' uit 1910 van Harry Wood (foto), Geert Nijs (aanlevering), Cees van Woerden (tekst).