Aert van der Neer, ​Schaatsers bij de Montelbaantoren in Amsterdam

Schaatsers bij de Montelbaantoren in Amsterdam, door Aert van der Neer in het Album Amicorum van Jacob Heyblocq (p. 133)

Album amicorum van Jacobus Heyblocq (1623-1690), rector van de Latijnse school te Amsterdam. Amsterdam [etc.], 1645-1678.

Contemporaine zwarte leren band met goudstempeling.

Bevat 196 inscripties, waaronder 41 tekeningen, 2 gravures, 3 knipwerkjes en een titelpagina in een cartouche van bladeren. Papier, 310 pp., ill. 92×153 mm.

Studenten en hun vriendenboeken in de zeventiende eeuw

In de tijd van Jacob Heyblocq (1623-1690) zijn vriendenboeken (in het Latijn alba amicorum) vooral populair onder studenten die van universiteit naar universiteit reizen. Ze nemen de kleine boekjes mee op reis. Wanneer ze mensen ontmoeten die ze niet willen vergeten, vragen ze hun iets in hun album te schrijven. Dat zijn meestal korte citaten en uitingen van vriendschap met een datering en een ondertekening. Soms laten de studenten hun portret in het album zetten of het familiewapen. Het album reist met de student mee totdat zijn studie klaar is, en verdwijnt dan meestal in een lade.

Heyblocqs ambities met zijn album

Jacob Heyblocq pakt het iets anders aan. Hij is nog wel student theologie in Leiden als hij in 1645 met het album begint, maar op de eerste pagina maakt hij direct duidelijk dat hij veel meer wil dan een standaard vriendenboek.

Heyblocq richt zich in het Latijn tot de ‘grootste, geleerdste, nobelste’ mensen van zijn tijd en zegt dat hij naast al zijn verplichtingen maar één groot plezier in het leven kent: kijken naar albumbijdragen. Hij vraagt ‘de grootste denkers van deze eeuw en koninklijke hoogheden’ om ‘briljante bijdragen’ te schrijven in dit ‘gedurfde boek’. Hij belooft dat na de dood van de schrijvers wat zij geschreven hebben zal blijven voortbestaan.Wie schrijft die blijft, zeggen we tegenwoordig.

Heyblocqs beroemde Amsterdamse ‘vrienden’

Heyblocq maakt werk van zijn ambitie. Na zijn studie gaat hij lesgeven aan de Latijnse school aan de Nieuwe Zijds in Amsterdam. Amsterdam is in de ‘gouden’ zeventiende eeuw een wereldstad waar wetenschap, kunst en cultuur tot grote bloei komen. Rond 1660 wordt Heyblocq rector van zijn Latijnse school en door deze positie komt hij in aanraking met de culturele elite van Amsterdam. Dichters, professoren , tekenaars en schilders vraagt hij om een bijdrage.

Bijzondere bijdragen in Heyblocqs album

De meeste bijdragen zijn een stuk uitgebreider dan de gebruikelijke vriendschapsbetuigingen. Veel gedichten zijn voor de gelegenheid gemaakt. Ze zijn over het algemeen in het Nederlands of het Latijn.

De naam Heiblocq wordt vaak als inspiratie gebruikt. Een heiblok is het zware blok van de heimachine waarmee palen in de grond worden geslagen.

Zo dicht Joost van den Vondel, een van Nederlands beroemdste schrijvers uit de zeventiende eeuw: Jakob, pryst ghy eeuwigh werck, Bouw geen huis, veel min een kerck Op den veengront van elcks zin, Want die gronden zacken in; Schoon men hout noch Heiblocq spaer. Veengront dreight u met gevaer. [p. 11) Met andere woorden: Bouw (je leven) liever op de rots van eeuwige waarden dan op de moerasgrond van de waan van de dag. Veengrond is en blijft onstabiel, ook als je palen en een heiblok gebruikt.

Ook Rembrandt van Rijn levert een bijdrage. Hij tekent in 1661 een geliefde scène uit de Bijbel, het moment dat Jezus door zijn ouders in de tempel wordt voorgesteld aan Simeon.

Het rijkste vriendenboek van Nederland

Met al die beroemde bijdragen is dit het rijkste vriendenboek uit de Nederlandse geschiedenis. Geen enkel ander album is zo mooi geïllustreerd. We vinden er prachtige landschappen in getekend, maar ook mythologische scènes verfraaien het boek, bijvoorbeeld met een tekening door Gerbrand van den Eeckhoudt, een leerling van Rembrandt.

Het boek bevat ook uitgewerkte tekeningen met een passende, wijze spreuk: Wat is den Mens alleen? Daar valt niet om te Schaacken Dus vindt ick geen partuur, zoo moet ick ’t Schaacken staacken.

Heyblocqs album en de Koninklijke Bibliotheek

Het album amicorum van Jacob Heyblocq wordt in 1901 aan de KB geschonken door U.M. Kneppelhout-Van Braam.