De Societeit de Vereeniging bestaat vandaag 80 jaren, een lustrum dat bestuur en leden natuurlijk niet onopgemerkt voorbij laten gaan. Er wordt vandaag en volgende dagen der aanstaande week feest gevierd, zij het dan ook zoo luisterrijk als nu vijf jaar geleden, toen de Societeit 75 jaar had bestaan. Er zit een traditie, een stuk geschiedenis van Den Haag aan deze societeit, welke in het midden der vorige eeuw (1851) werd opgericht door eenige Haagsche burgers, die, een kolfje naar hun hand zoekende, in de Kazernestraat terecht kwamen en daar een ruime kolfbaan stichtten.
Het waren twee Hagenaars, van gezelligheid en kolven houdende, die er den eersten steen legden: Van Zeggelen, de luimige dichter, en Diepenheim, een ambtenaar van het ministerie van Koloniën, die later in Indië directeur van Financiën is geweest.
Van Zeggelen, die de penvoerder was en vroolijke kegel- en kolfliederen voor de societeit dichtte, voelde zich te midden dezer welgestelde burgers en hun ega's zeer op zijn gemak. Als hij in de societeit zijn 'Pieter Spa' of 'Louw' voordroeg, zaten de rustende kolvers te schateren en verkneukelden de vrouwen zich over al die grappige avonturen. Want het was vooral in de vorige eeuw een goede gewoonte in De Vereeniging, dat steeds de vrouwen mede feestvierden, terwijl de societeit vermaard was om haar kinderfeesten.
In een der zalen hangt een fraaie aquarel door Elchanon Verveer *), voorstellende het feest van het 25-jarig bestaan, waarop de goed gelijkende portretten van tal van Haagsche dames en heeren, die daar in feeststemming bijeen waren, niet allemaal op een rijtje zooals op de huidige foto's, maar in den vollen roes van het feest in bonte mengeling, onbewust dat de geestige Verveer hen zou vereeuwigen.
Met Van Zeggelen en Diepenheim (de eerste voorzitter) waren leden van het eerste bestuur J. Ragut, H. Hendrikse, mr. H.J. Soury, J.A. Stricker en J.C.Th. Vigelius.
Den eigenlijken stoot tot de oprichting der societeit gaf een Haagsche huis- en rijtuigschilder, J. de Visscher. Ik vond dit in het oudste document van de societeit, in een circulaire d.d. 28 Maart 1851, waarin deze heer De Visscher meedeelt, dat hij door aankoop eigenaar is geworden van het huis en den tuin in de Kazernestraat, wijk H nr. 198. Nu hij - aldus De Visscher - zijn hechsten steun, wijlen Z.M. Willem II, door den dood had verloren, wilde hij zijn zaken aan kant doen en had het bewuste pand gekocht, teneinde aldaar een gelegenheid te openen 'tot daarstelling van een sociaal genoegen', hetwelk elders, bijv. te Amsterdam en Rotterdam genoten en gewaardeerd, hier ter stede niet gevonden werd, n.l. een burgersocieteit. De man wijdt dan uit over de bijzondere geschiktheid van zijn pand met een net ingerichte zaal en een tuin van ruim 2 bunders **). En werkelijk, de circuliare heeft gepakt, want het gevolg was dat, als resultaat van een nieuwe circulaire, thans van een aantal burgers, 30 April 1851 84 Hagenaars zich bereid verklaarden tot oprichting ener societeit.
Zoo zag men zich geïnstalleerd in het lokaal 'Welgelegen'. Waar bevond men zich toen eigenlijk in 't midden der vorige eeuw?
Onze stad had daar in de Kazernestraat, evenals trouwens bijna overal elders, een gansch ander voorkomen. De Parkstraat bestond toen nog niet. Men was er geheel buiten, de nachtegalen kwinkeleerden er in de lente, vandaar de naam Nachtegaalspad, waar een woning in de onmiddellijke nabijheid uiteraard 'welgelegen' moest zijn. Er waren in de omtrek van de Kazernestraat meer moestuinen dan huizen. Wat thans Mauritskade is, was toen nog Hoogewal. De Willemstraat was pas in eersten aanleg. Kortom, een idyllisch oord!
Voor de gezellige avonden waren er al spoedig buitengewone krachten. Het lid David Bles en de Verveers gaven er kunstbeschouwingen; het muzikale dier soirées werd verzorgd door de leden Ligtenberg, drie heeren Enthoven, Faubel, Zurhaar en De Lange; de literaire geneugten door de in dien tijd vermaarde letterkundigen en dichters S.J. van den Bergh, W.J. van Zeggelen, Calisch, mr. H.J. Soury en A.C. Oltmans, auteur van 'De Schaapherder' en 'Het Slot Loevestein'.
Met vond zich eerst recht thuis in 'Welgelegen', toen in 1852, door de offervaardigheid der leden, huis en tuin gekocht konden worden. Ziedaar de wordingsgeschiedenis van de Societeit de Vereeniging. Sedert is zij steeds geweest en gebleven een zeer gezellige, intieme societeit van een betrekkelijk klein aantal leden, wat altijd bevorderlijk is geweest aan het aanknoopen en bevestigen van vriendschapsbanden en verpoozing van den dagelijkschen arbeid door gepaste gezelligheid.
Vermaard was indertijd de kolfbaan en toen dit spel uit den smaak geraakte, in nog hoogere mate de kegelbaan.
Hoor maar eens, hoe bij de opening van de kolfbaan Van Zeggelen zijn lier tokkelde:
Al kostte ze ook veel geld en zweet,
Veel zorgen en veel zuchten,
Toch eindelijk is de baan gereed,
En biedt haar eerste vruchten.
De kolvers staan als strijders klaar,
Gereed om aan te vallen,
De strijdlust voert hen tot elkaar
Het oog vlamt op de ballen. (Enz.)
En bij de opening van de kegelbaan:
De nieuwe baan is kant en klaar,
De baan waarnaar wij smachtten;
Het negental staat bij elkaar,
De kegeljongens wachten.
Ons oog waart langs den witten wand
Met zichtbaar welgevallen;
Reeds tast des keeglaars vaste hand
Begeerig naar de ballen. (Enz.)
De tegenwoordige bestuurders zijn de heeren J. Dronkers, voorzitter; F.A.L. Bienen, secretaris; W.A. Dwars, penningmeester; en de commissarissen H. van Dooren, H. van Rijnmenam, J.G. de Swart en J. van Vliet.
Hx.
*) De huidige verblijfplaats van de hier beschreven aquarel van Elchanon Verveer kon niet worden achterhaald en daarom kan ook geen afbeelding in deze tentoonstelling worden opgenomen.
**) In Nederland werd bij de invoering van het metriek stelsel in 1816 de bunder gelijkgesteld aan 1 hectare of 10.000 vierkante meter. In 1937 werd de bunder in Nederland als officiële vlaktemaat afgeschaft.
Dit in onze ogen wat uitvoerige betoog biedt een fraai inkijkje in de wijze waarop in de achttiende eeuw in steden societeiten tot stand kwamen, maar ook in het landelijke karakter van een terrein dat tegenwoordig deel uitmaakt van het Haagse centrum.
Zie ook:
Dirk Spijker, Kolfbanen in de 17e-21e eeuw - 2020 Plattegrond Kazernestraat 38B Den Haag, Sociëteit de Vereeniging, Kolfbaan - 1883