In de 19e eeuw werd veel gekolfd, maar nog weinig in verenigingsverband. Alleen mensen uit de gegoede stand konden het zich permitteren om op een dag in de week te gaan kolven. In steden had men grote sociëteiten waar de mensen zich konden ontspannen door bijvoorbeeld te lezen, kaarten, biljarten en kolven. Bovendien waren dit ontmoetingsplaatsen waar ook zaken werden gedaan. Zo was er in de dorpscafés op zondag altijd vrij kolven en had de gewone burgerman de gelegenheid een balletje te slaan.
Veel namen van verenigingen zijn echte sociëteitsnamen als ‘Onder Vrienden’ en ‘Ons Genoegen’. Andere verenigingen dragen kolftermen als naam, zoals ‘De Vier Eenen’, ‘Over de Helft’ en ‘Op Maat’.
Thans (mei 2010) zijn de volgende kolfverenigingen actief:
Andijk
Damesvereniging ‘Vrouwenkliek’ – Deze vereniging is opgericht op 19 september 1972, naar aanleiding van de Nederlandse Kampioenschappen die dat jaar in Andijk werden gehouden. De naam was snel gekozen: een kliek vrouwen die met een kliek gaan slaan = Vrouwenkliek.
De club heeft momenteel 18 leden (2010).
Vijf maal kwam een Nederlands Kampioen uit deze gelederen:
- In 1982 Nel Hemke op de baan van Nieuwe Niedorp
- In 1983 Rie Lof in Krommenie.
- In 1996 Wil Bakker in Oudkarspel.
- En in 1997 en 1998 een zogenaamde ‘dubbeldooier” van Aafke Bankert. Eerst kampioen in Nieuwe Niedorp en het jaar erop in Krommenie. Leuk detail hierbij is dat Aafke een dochter is van Wil Bakker. Kolven zit hier dus duidelijk in het bloed.
Met veel ambitie gaan de leden op de wedstrijden af. Vele gouden tientjes werden meegenomen uit Krommenie, en later Wieringerwaard. Al wordt er wel eens een keer verkeerd gereden, waardoor ze heel wat extra kilometers in de benen hebben zitten. En zeker in de beginjaren kwamen ze vaak pas heel laat thuis van wedstrijden.
Soms gaat het mis. Andijk zat in 1988 met twee zestallen in de finale. Maar op de finaleavond zat hun tegenstander, Oudkarspel, tevergeefs op ze te wachten. Oorzaak: miscommunicatie, de Andijker dames wisten van niks. De wedstrijd is later alsnog gespeeld, en ze behaalden de eerste en derde plaats. Een geweldige avond voor deze club.
Ze stonden zelfs nog op het punt beroemd te worden. In 1996 werden zij bezocht door 'Mijnheer Wijdbeens' (André van Duin). Het item is helaas nooit uitgezonden, maar de meiden hadden wel veel schik voor, tijdens en na de opnames. Zeker Aafke, want die mocht hem echt van dichtbij meemaken.
Ook voor optredens voor de radio schrikken ze niet terug. Zo zaten Nel Hemke en Aafke Bankert al eens bij Radio Enkhuizen en Radio Westfriesland om in hun beste Westfries de kolfsport te promoten.
Binnen de club wordt er ook gestreden. Niet alleen met Pasen en Kerst, maar jaarlijks wordt er ook gespeeld om de G&A-trofee. Dit is een beker die geschonken is door Griet Veenstra en Annie Venekamp. Beide dames zijn onlangs 94 jaar geworden.
Herenvereniging ‘Onder Ons’, opgericht, of liever gezegd heropgericht, in 1943, want in 1906 was er ook al sprake van kolfclub met dezelfde naam. In 1811 werd er te Andijk al gekolfd, wat blijkt uit een oude notariële akte. Twee kolvers raakten slaags met elkaar, beiden werden gestraft met een verbod op cafébezoek van een half jaar. Hoogtepunt in het bestaan was de organisatie van de Nederlandse Kampioenschappen in 1971. Op de jaarvergadering van de Kolfbond werd de vraag gesteld of zo’n kleine vereniging de organisatie wel aan kon. De wedstrijd werd zo’n succes dat de kolfvereniging 1 jaar later 45 leden telde.
Berkhout
Damesverenigingen ‘De Ridder St. Joris 1’ en ‘De Ridder St. Joris 2’ – De geschiedenis van beide damesverenigingen is sterk verbonden aan elkaar, en aan die van de herenvereniging van Berkhout. Zo sterk dat de 3 verenigingen in maart 2010 besloten hebben één gezamenlijk bestuur te vormen: tot heden toe een unicum in de kolfsport.
De eerste dames in Berkhout meldden zich in 1963 aan. Zij kregen les van de heren en werden met hun club in 1965 lid van de bond. In 1974 kwam er nog een groep dames bij (“de Ridder St. Joris 2”).
De clubs hebben door de jaren heen 4 maal het Nederlands Kampioenschap weten te winnen. In 1972 G. Smit-Bontekoning, in 1984 en 1991 Annie Beemsterboer en in 1994 Wil Hageman. Annie Beemsterboer heeft enige jaren zitting gehad in het hoofdbestuur van de kolfbond.
Zoals bij veel damesclubs wordt er bij uitwedstrijden veel beleefd en heel wat afgelachen. Voor de jaarverslagen wordt van diverse anekdotes in rijm verslag gedaan. Zo moest er een keer een wedstrijd gespeeld worden in Krommenie. Vanwege het slechte weer durfden ze niet met de auto op pad te gaan, dus werd de trein genomen. Die voor veel reizigers vreemde kolfstokken veroorzaakten al gauw heel wat hilariteit. De slappe lach verdween niet meer, en het mag duidelijk zijn dat er die dag geen punten werden geslagen. Terug op perron van het station “liep er ien van ons in ’t rond, met een veel te grote muts van bont. En je wilt het vast niet weten, ook haar tanden was ze vergeten!”. Het was ongetwijfeld een onvergetelijke dag.
Tinie Bregman nam ooit eens deel aan de Open Wormer, een wedstrijd waar de gezelligheid vele malen belangrijker telt dan de prestaties. Tinie behaalde daarbij de derde plaats. Maar bij de prijsuitreiking ging er het nodige mis, en bleek er voor haar alleen nog maar een beker voor de tweede prijs over te zijn, dus kreeg ze die. Maar dat vond de winnares van de tweede prijs kennelijk niet zo’n goed idee, dus om onenigheid te voorkomen stopte Tinie haar gauw de rechtmatige beker toe. De organisatie van de Open Wormer maakte het goed… door haar een mannenmedaille te geven. Het rijm eindigt dan ook met de woorden “Ik ben dus nu zo trots als een pauw, want een herenmedaille, wie heeft die nou?”.
Herenvereniging ‘De Ridder St. Joris’, opgericht in 1925. Werd in 1930 lid van de Bond. Eén jaar na de oprichting had men 52 leden. Er werd al veel eerder te Berkhout gekolfd, want in 1883 werd bij de najaarskermis 45 gulden aan prijzengeld uitgeloofd. Café ‘De Ridder St. Joris’ brandde in 1970 af en een jaar later stond er een nieuw dorpshuis met kolfbaan. Berkhout was de eerste kolfbaan waar de gehele afdekvloer in zijn geheel tot aan het plafond werd opgehesen, zodat de ruimte ook op andere wijze kon worden geëxploiteerd.
Cabauw
Omstreeks 1700 behoorde koten, kaatsen en kolven tot het volksvermaak in deze omgeving. Een koot was een knieschijf van een koe, waarmee gespeeld werd. In 1723sd klaagt de dominee van Lopik dat er ’s zondags op het kerkplein wordt gekolfd en gekoot. Er ontstaan volksophopingen en de kerk en het kerkhof worden beschadigd.
De kolfvereniging “Keer Niet” uit Cabauw treedt in 1904 toe tot de Nederlandsche Kolfbond en heeft dan 22 leden. In datzelfde jaar organiseren zij in het Volkskoffiehuis “De Roos” van Jacobus Hoefnagel op 4 augustus een wedstrijd waaraan 27 personen deelnemen. Jacob Hoefnagel en G. Boere werden in 1891 bondslid. Kastelein Hoefnagel werd in 1918 Nederlands Kampioen. Cabauw viel onder de gemeente Lopik en stond bij de Nederlandsche Kolfbond ingeschreven als “Keer Niet” uit Lopik. Lopik zelf heeft ook een kolfbaan gehad, maar is geen lid van de Nederlandsche Kolfbond geweest.
“Keer Niet” kolfde op de donderdagavond en op zondag kon iedereen tot tien uur de baan in. Eerst was het een kaatsbaan buiten. Later heeft men er een kolfbaan met overkapping van gemaakt, en nog weer later is deze rondom afgesloten. De moeilijkheid was de verwarming op koude dagen. De club heeft lange tijd dertig leden gehad. Later liep dit terug tot 17 en na de oorlog kwam er meer belangstelling voor dansen en werd de baan daarvoor gebruikt. Er is tot 1960 in het café van dan W. van Baaren gekolfd en in 1962 is de baan gesloten. Aan de overkant van het café stond het parochiehuis en hier had men een vergunning voor licht-alcoholische dranken. Van Baaren en het parochiehuis hebben een overeenkomst gesloten om samen te werken met als resultaat dat van Baaren het parochiehuis zou beheren en café “De Roos” gesloten zou worden. In de laatste jaren werd er alleen nog op zondag gekolfd door een paar oudere mannen en dit gaf de kastelein weinig opbrengst. De kolfbaan is afgebroken in 1962 en het café is omgebouwd tot woonhuis waar Toon van Baaren, de zoon van de kastelein, is gaan wonen. De vrijgekomen plaats van de kolfbaan aan de weg is nu tuin en een laag muurtje aan de kant van de weg herinnert nog aan de kolfbaan.
Toon van Baaren bezoekt de opening van de kofbaan in het ‘Vechthuys’ te Utrecht in 2012 en weet te vertellen dat de baan van Cabauw tot ca. 1940 een lemen vloer had. Ook heeft Toon nog foto’s en een aantal kolfattributen. Bij het afbreken van de baan in 1962 trof men 3 kolfvloeren aan. De onderste twee waren van leem (bruinkleurig) en daarboven gekantelde bakstenen afgestreken met een laagje beton.
Op de jaarvergadering in 1964 wordt gemeld dat er vanuit Dordrecht belangstelling is om de oude baan van Cabauw weer te openen!
In 2004 is door een culturele werkgroep voor de jaarlijkse feestdag de mini-demonstratiebaan uit Spanbroek uitgenodigd. Tevens was er een kolfbaan met houten vloer met de goede afmetingen gemaakt. Er was veel belangstelling voor het kolven. Deze baan was opgebouwd naast Partycentrum “Het Witte Paard”, voorheen het Parochiehuis, schuin tegenover de oude kolfbaan. Onder de belangstellenden was Sjon de Keijzer, die nog een oude kolfbal in zijn bezit had. Deze is opgeknapt en voorafgaande aan de Nederlandse Kampioenschappen in 2004 te Hoogwoud heeft hij er even mee gekolfd. In 2012 hebben een paar mannen van Cabauw, o.a. Toon van Baaren en Sjon de Keijzer, in het Vechthuis in Utrecht gekolfd. Ook hebben zij de lokale horeca gepolst of zij interesse hadden het kolven in Cabauw weer in te voeren. Helaas zonder resultaat. Momenteel speelt de club in de gymzaal van Dorppshuis ‘de Schouw’.
Sjon de Keizer
(Sjon de Keijzer is in de zomer van 2019 overleden. Op 26 september 2019 is zijn tekst aangereikt door Annette Klinkert.)
Hoogwoud
Damesvereniging ‘Klap An’ – ‘Klap An’ werd opgericht op 17 maart 1976. Cees Benit, toenmalig voorzitter van de herenclub, was de stuwende kracht achter de oprichting van een damesvereniging.
In september 1976 waren de Nederlandse kampioenschappen in Hoogwoud, en toen hebben zij voor het eerst mee gedaan.
Op dit moment heeft de club 12 leden (juli 2010). Zij kolven in het ‘Huis van Egmond’. Sinds 2003 is er een nieuwe kolfbaan gekomen, die door de eigen herenleden is aangelegd.
De dames hebben gezamenlijk met de heren een gezellige dag met kerstkolven, en een jaarlijkse soosdag.
Ina Groenewoud is drie keer Nederlands Kampioen geweest.
Oud-lid Corry Pool, 91 jaar en 26 jaar lid, hield er wel van om na het kolven een borreltje te nuttigen aan de bar. Ze kwam vaak met de auto en dan reed Hannie van de Woude met haar mee om te zien of alles goed ging. Na een gezellige kolfavond stapten Hannie en Corry in de auto. Een paar honderd meter verder kwam er een bocht en vroeg Hannie zich af wat voor geluid zij boven zich hoorde. Ze zijn gestopt en bij het uitstappen keken beide vrouwen over het dak en zagen daar de tas, de kolfstok en de kolfbal van Corry nog liggen. Ze keken elkaar aan en kregen spontaan de slappe lach.
Soms speelt toeval een grote rol bij de redding van kostbare kolfballen. Diezelfde Corry Pool was wezen kolven in Noord-Scharwoude. Op een dag zag een jongetje andere kinderen spelen met een rare grote, zwarte bal. Als kleinzoon van kolvende grootouders herkende hij het, en zag dat het een kolfbal moest zijn. Toen de kinderen uitgespeeld waren nam hij de bal mee naar huis en waarschuwde zijn tante, die ook kolfster was. Zijn tante herkende de bal als die van Corry Pool, en belde haar op. Corry had inderdaad de bal uit de auto laten rollen toen zij naar huis was gegaan, maar het lot bracht hen weer samen.
Herenvereniging ‘Niet Klappen’, opgericht in 1891. Op 5 juni 1859 krijgt winkelier Pieter Koeten toestemming zijn woonhuis te verbouwen tot café met kolfbaan en dat betekende het begin voor café ‘De Hoop’, het huidige ‘Huis van Egmond’. Hoogwoud heeft drie kolfbanen gehad en de oudste vermelding dateert uit 1741.
Krommenie
Herenvereniging ‘T.O.G.I.D.O’ (= Tot Ons Genoegen Is Dit Opgericht), opgericht in1897 als ‘Onder Ons’. Krommenie heeft vier kolfbanen gehad en de bekendste was wel die van Sociëteit ‘Ons Genoegen’, welke in 1987 gesloten is. De sociëteit heeft altijd veel middenstanders onder de leden gekend. Op de sloot achter de Sociëteit werden meerdere keren wedstrijden op het ijs georganiseerd. In het webmuseum is hiervan een foto uit 1897 te zien.
Nieuwe Niedorp
Damesvereniging ‘Altijd Weer Anders’ – De vereniging is opgericht in 1966 en heeft momenteel 16 leden (juli 2010). De dames kolven, net als de heren, in het dorpshuis ‘Prins Maurits. Na de brand in 1973 is tijdelijk uitgeweken naar de baan in Hoogwoud, maar in 1976 konden zij terugkeren naar een hernieuwde thuisbasis.
De speelsters van AWA zijn trouwe wedstrijdkolfsters, en verzaken nooit. In 1970 won mw. A. Smit het Nederlands Kampioenschap, dat toen nog over 2 partijen ging. Het wachten is nog op een Nederlands kampioen over 3 partijen.
Op een goede dag gingen zo’n 10 dames naar een 30-slagenwedstrijd in Berkhout. Eén auto met al 3 dames erin stopte bij de 4e speelster, die al klaar stond voor haar huis. Ze deed de kofferbak open, deed haar kolfspullen erin, en vervolgens de klep weer dicht. De chauffeur trok op en reed meteen weg, al pratende met de passagiers. Na 1,5 kilometer zei één van de dames in de auto: ‘Waar is Annie eigenlijk?’ Annie bleek niet in de auto te zitten. De vrouwen raakten slap van ’t lachen, en zijn daarop direct gekeerd om Annie alsnog op te halen. Zij stond nog steeds, verbouwereerd, op de stoep voor haar huis.
Herenvereniging ‘Over de Helft – SOS’, opgericht in 1883. Is vanaf de oprichting van de Kolfbond lid. De naam ‘SOS’ ( Sajet Onze Sport) is later toegevoegd. Het was een onderafdeling van ‘Over de Helft’. Nu kon Nieuwe Niedorp met twee korpsen uitkomen op de Nederlandse Kampioenschappen.
De naam ‘Over de Helft’ komt nog uit de tijd dat niet om punten, maar om streepjes werd gespeeld, dat wil zeggen wiens bal het verste kwam was winnaar en kreeg een streepje en wie het eerst vier streepjes had was winnaar van het partij. Het prachtige oude café ‘De Prins Maurits’ brandde in 1973 af en het nieuwe dorpshuis werd heropend in 1976. De mooie kolfpalen zijn afkomstig uit ‘De Waakzaamheid’ te Koog aan de Zaan.
Noord-Scharwoude
Herenverenigingen ‘Ons Genoegen’ en ‘Vriendenkring’, opgericht in 1911 resp. in 1919. Een aantal gegoede leden van de sociëteit, voornamelijk van protestantse huize, kwam in 1918 op het idee om een eigen horecagebouw te gaan exploiteren. Immers de katholieken hadden in het dorp ook een eigen café en zo werd in 1919 ‘Vriendenkring’ opgericht. Sinds die tijd spreekt men in Noord-Scharwoude van de Hoeden- en Pettensociëteit. De baan in ‘Concordia’ was de eerste die werd voorzien van een toplaag van kunststof.
Zie het Jubileumboekje van Sociëteit Vriendenkring onder Publicatie (gesorteerd onder Ina Bonsel)
Opmeer
Damesvereniging ‘De Vier Eenen’ – De vereniging is 1 maart 1978 opgericht. Er zijn momenteel 32 leden (juli 2010), die spelen in ‘De Speulderai’ te Opmeer. Deze vrouwen zijn tijdens alle wedstrijden geduchte tegenstanders. Ze zijn dan ook te beschouwen als de vrouwelijke tegenhangers van de Deutsche Mannschaft: je hebt pas van ze gewonnen als ze de parkeerplaats af rijden. Gerie Bruin werd tweemaal Nederlands Kampioen. Ieder jaar wordt er binnen de club ook nog eens gestreden om de Van Balen Blankentrofee, waarbij nazaten van de oprichter van de Kolfbond nog steeds aanwezig zijn. Tijdens de finale van een Nederlands Kampioenschap in Venhuizen sloeg Marjan Tijhaar een perfecte serie van 60 punten. Een prestatie die nog steeds door geen enkele andere kolfster is geëvenaard.
Herenvereniging ‘De Vier Eenen’, opgericht in 1880 door Dr. Van Balen Blanken. In 1885 nam De Vier Eenen onder leiding van Dr. Van Balen Blanken het initiatief om de Nederlandsche Kolfbond op te richten. Sinds 1978 wordt er in ‘De Speulderij’ gekolfd. De leden van toen hebben met heel veel zelfwerkzaamheid de baan tot stand gebracht.
Oudkarspel
Damesvereniging ‘Door Inspanning Ontspanning’ – Opgericht op 8 oktober 1964, is dit een van de oudste clubs. Eerst heetten zij ‘Onder Vriendinnen’, na korte tijd werd dat veranderd in ‘DIO’. Vanaf het begin een eigenwijs en ambitieus clubje, dat mag gezegd. Er zijn dan ook vele Nederlandse Kampioenen uit Oudkarspel gekomen. Emmy Geerling in 1965, Elly van der Plas in 1966 en 1974, Henny Jansma in 1967, Marie Oortwijn in 1968, Annie Maars in 1969, 1971, 1976, 1978,1979 en 1980 en 1992. Han Bakhuijs in 1981, 1985 en 1990. Annette Klinkert in 2003 en Anny Hink in 2009.
In slechte tijden had de vereniging slechts 7 leden, maar er werd evengoed fanatiek doorgespeeld. Momenteel is de club gezond, met dames die zelfs uit IJmuiden en Velsen komen om in Oudkarspel te kolven (juli 2010). De leden zijn altijd zeer betrokken geweest met het wel en wee rond de Kolfbond. DIO heeft in de loop der jaren diverse markeurs geleverd, en bestuursleden voor de bond.
Gemengde dames- en herenvereniging ‘Brederode’.
Herenvereniging ‘Onder Vrienden’, opgericht in 1887. Het ‘Huis van Brederode’, naast het mooie raadhuisje, was in Oudkarspel van 1717 tot 1954 het bekendste café . Na de brand is de kolfbaan blijven staan en werd als schuurruimte gebruikt. Enkele jaren later werd er bij café ‘Jagerslust’ een zaal met kolfbaan aangebouwd. ‘De Volharding’, opgericht in 1922 ging in 1943 samen met ‘Onder Vrienden’. Het enige probleem bij deze fusie was het kasverschil. Dit werd opgelost door het betalen van 2,50 per lid van ‘Onder Vrienden’ om op hetzelfde saldo uit te komen.
Herenvereniging ‘Vriendenkring’.
St. Maartensbrug
Damesvereniging ‘Paal Tien’ werd opgericht op 5 juni 1973, naar aanleiding van een uitnodiging op de verjaardag van wijlen de heer J. van der Oordt. De club begon met 12 leden, en de contributie bedroeg f 1,00 per week. De eerste lessen kregen zij van Jan Wittekoek.
In januari 1974 sloot de vereniging zich aan bij de Kolfbond.
De dames zijn geduchte tegenstanders bij de Zestallenwedstrijden, en eigenden zich de trofee toe in 1978, 1979, 1983 2005, 2006 en 2007.
Auk Wittekoek werd in 1988 Nederlands Kampioen op de baan in Venhuizen. De wedstrijd werd voor de 100e keer gehouden. In 1997 werd in Nieuwe Niedorp Marrie Schuur Juniorenkampioen.
‘Paal Tien’ heeft in 1989 en 2002 samen met de herensociëteit ‘De Schoone Twaalfven’ het Nederlands Kampioenschap mogen organiseren.
Het baanrecord voor de dames op de baan van ‘Uijtkijk’ staat nog steeds op naam van Tineke Bank (-de Best) uit Wormer, met 293 punten.
Twee maal wisten de leden de Open Wormer te winnen: in 2006 Nel Nap en in 2007 Marrie Schuur. Overigens was 2007 in alle opzichten een fantastisch jaar voor de club, omdat zij ook nog eens in Berkhout de eerste plaats van het Korpskampioenschap naar binnen sleepten. Dus Zestallenkampioen, Korpskampioen en een Kampioen van de Open Wormer in één jaar:de dames zullen wat afgefeest hebben.
In het jaar 2009 opende Piet Rentenaar op 19 september de gerenoveerde kolfbaan, en werden voor het eerst de eigen clubshirts in gebruik genomen.
Op dit moment telt de club 10 leden, en bedraagt de contributie € 70,00 per jaar.
Herenvereniging ‘De Schoone Twaalfven’, opgericht in 1935. Dr. Van Balen Blanken opende in 1935 de kolfbaan in ‘De Roode Leeuw’. Ook had hij de naam voor de vereniging bedacht. Een Schoone Twaalf wil zeggen 12 punten geslagen zonder dat het achterrabat geraakt is. Door brand ging in 1967 de kolfbaan verloren, maar in 1970 werd dorpshuis ‘Uitkijk’, mét een kolfbaan, geopend.
Utrecht
Herenvereniging 'Kolfclub ‘Utrecht St. Eloyen Gasthuis’. Deze besloten kolfclub, opgericht in 1902, heeft de oudste kolfbaan. De baan in het St.Eloyen Gasthuis van het gilde der smeden was met zekerheid in 1730 in gebruik. Ook is het de kleinste baan, 13,40 x 4,25 m, en de gebogen belijning bestaat uit in de vloer ingelegd messing.
Sportief hoogtepunt was het behaalde kampioenschap van het sajetkorps tijdens de Nederlandse Kampioenschappen in 1907. In 2007 is dit feit nogmaals gevierd.
Zie www.sinteloyengasthuis.nl voor meer informatie over het St. Eloyen Gasthuis.
Venhuizen
Damesvereniging ‘K.W.V.’ – Kolfclub Wijdenes-Venhuizen is op 15 maart 2007 ontstaan door het samengaan van de kolfverenigingen 'De Leste Klap' uit Wijdenes (opgericht in 1974) en 'Kan Tegen Verlies' uit Venhuizen (opgericht in 1972).
Er zijn door deze dames in de loop der jaren een aantal opmerkelijke successen geboekt. Nota bene in het oprichtingsjaar van de club uit Venhuizen werden daar de Nederlandse Kampioenschappen gehouden. Prompt eindigden drie leden bij de hoogste vier, waaronder Riet Zwart die kampioen werd. De andere dames waren Antje Zilver en Hanneke Dekker.
Ook in 2001 produceerden zij een kampioen. En wat voor een: het lukte Trien Koetsier (toen nog van 'De Leste Klap') om Nederlands kampioen te worden in Andijk. Corry Schadenberg behaalde een eerste plek in de Superklas bij een Klassenkampioenschap.
Zowel bij het NK, de KK en de Zestallenwedstrijden zijn vele prijzen binnengesleept. Geducht tegenstander is steevast Corrie ter Hofstede, de ‘pitbull’ van de vereniging en bekend om haar ferme klappen tegen haar onafscheidelijke sajetbal.
De club heeft momenteel (2010) 15 leden en speelt op de donderdagochtend, waar steevast wordt begonnen met koffie met vaak een traktatie erbij.
Herenvereniging ‘Aan is Winst’, opgericht in 1874 en vanaf 1932 lid van de Bond. Helaas zijn ook van deze vereniging de oudste notulen verdwenen. Venhuizen heeft drie kolfbanen gehad. De baan in ‘De Ruif’ gaf toe zoals de kolvers zeggen. Als een snelle bal over de zes was, liep deze meestal wel naar de twaalf. Het baanrecord met 566 punten in 50 slagen was dan ook zeer hoog. Het café is in 1996 verbrand en 9 jaar later kregen de Venhuizer kolvers een baan in het nieuwe dorpshuis.
Bij ‘Aan is Winst’ speelt ook een dame mee.
Wieringerwaard
Deze kolfclub is opgericht op 7 februari 1977. Bij de oprichting waren er 22 leden. Momenteel spelen 10 dames bij deze vereniging, waarvan Meike Woudenberg en Rie Blauwboer al vanaf de oprichting lid zijn.
Deze dames zetten zich ieder jaar voor meer dan 100% in om het Gouden Tientjes-toernooi te organiseren. Een geweldige prestatie, zeker in deze tijden waar de goudprijzen tot ongekende hoogten stijgen. Toch lukt het ze nog steeds, en dit is wel het bewijs dat de leden de kolfsport zeer hoog hebben zitten. Gelukkig weten ze vrijwel ieder jaar zelf een gouden tientje in de wacht te slepen. Alle moeite dus niet voor niets.
Een aantal leden zet zich ook actief in voor de bond als markeur.
Ook bij deze kolfclub gaan de dames zich nog wel eens aan feestjes te buiten. Een paar leden ging op zekere dag naar de carnavalsfeesten. De volgende morgen moesten ze een wedstrijd kolven in Barsingerhorn. De meiden waren echter nog niet nuchter. Een dame, verkleed als heks, moesten ze ’s ochtends eerst nog afschminken omdat die rechtstreeks zo het bed in was gedoken. Maar dat was nog niet het ergste: tijdens het wedstrijd lag ze te slapen op de grote vensterbanken. En tussendoor ook nog effies kolven. Ja dames, je moet maar gek van je sport wezen.
Herenvereniging ‘WWB’ (= WieringerWaard & Barsingerhorn). Gefuseerd in 2006. ‘Barsingerhorn’ was opgericht in 1855 en is door het sluiten van hun baan uitgeweken naar Wieringerwaard. Het ‘Wapen van Wieringerwaard’ had in 1795 al een kolfbaan, die in de eerste helft van de 20e eeuw werd gesloten, maar in 1967 weer heropend. De kolfclub voor heren ‘De Paalmeppers’ werd opgericht.
Bij ‘WWB’ speelt ook een dame mee.
WWB is in 2007 begonnen met het geven van kolflessen aan schoolkinderen.
Wormer
Damesvereniging ‘De Moriaan’.
Herenvereniging ‘Ons Genoegen’, opgericht in 1873. Zij kolven in ‘Het Moriaanshoofd’. Deze herberg is in 1591 al genoemd in notariële akten. Ook zijn zij wel eens uitgeweken naar ‘Landzicht’, een andere kolfbaan in Wormer. De palen van deze baan (niet het café) zijn provinciaal monument.
Sinds jaar en dag kan je in ‘Het Moriaanshoofd’ goed vis eten, mede omdat veel kasteleins ook vissers waren.
Sinds 1989 organiseren zij de Open Wormer, een toernooi voor dames en heren.
Zuid-Scharwoude
Damesvereniging ‘Op Maat’ – Deze club is opgericht op 18 december 1969, en heet dan “Houdt Moed”, wat al gauw wordt veranderd in DVOM, “Dames van Op Maat”.
De vereniging kenmerkt zich door de nadruk die gelegd wordt op de gezelligheid. Als daarbij de prestaties achterwege blijven, wordt dat voor lief genomen. ‘Samen uit, samen thuis’ is hier het motto. De dames zijn dan ook op alle wedstrijden te vinden.. Een Nederlands Kampioen heeft de club nog net niet kunnen leveren, al zaten ze een paar keer wel dicht in de buurt. Maar de leden zijn stuk voor stuk kampioen feestvieren. Tijdens de jaarlijkse uitjes schuwt men niet van een (immer onschuldige!) flirt. Zo gaan de dames in 1972 kolven in Krommenie, waar kastelein Jo Bogte dan de scepter zwaait. Aan het eind van de dag moeten ze eigenlijk naar huis, maar ‘een zeker iemand moest eerst Jo Bogte nog zien in zijn Jansen en Tilanus, dus de bel gedrukt en hij kwam ook inderdaad in Jansen en Tilanus naar beneden…’. Het loopt niet goed af: '… maar dat was nog niet mooi genoeg, want een ander zeker iemand liep zo met haar kolfstok te zwaaien dat Ada daar een opmepper mee kreeg tegen haar neus, ze heeft het dan ook wel gevoeld!'.
In 1976 gaan de dames naar Wormer voor een 30-slagenwedstrijd. Ze willen wel wat eten, en vragen Stam, de kastelein, wat hij allemaal op de kaart heeft. “Vis”, zei hij. Wie geen vis lustte, kon een uitsmijter met rosbief krijgen. Rosbief was er niet, dus Tantje Betje werd om rosbief gestuurd en de kastelein moest eerst nog eieren rapen bij de buren. Tenslotte zei de kastelein: 'Als jullie nu tafeldekken, dan gaan ik vis bakken'. Een kolfster stond op den duur achter de tap, alles kon en alles mocht. Een ander ging tafeldekken. Alles was tenslotte klaar, maar toen ontbrak de boter nog. Nou, dat kon zo wel op tafel, met papier en al. De kastelein gaf er nog een flesje rosé bij. Heerlijk gegeten en tot slot nog een dansje gemaakt met de oude heertjes. Het feest was compleet.
Op feestjes wordt het wel eens laat, en in 1980 vieren ze hun 10-jarig bestaan. 'We kregen een heerlijk slaatje of saté en kwamen om ongeveer 1 uur bij de Roode Leeuw. Stieneke haar fietsslot was bevroren. Eerst martelen en toen bij iemand heet water gehaald. Allemaal voor niets, want Stieneke had ’t verkeerde sleuteltje willen gebruiken.'
Damesvereniging ‘Steeds Beter’ – Op 27 november 1978 kwamen een aantal dames bij elkaar om kennis te maken met de kolfsport in de baan van ‘De Schelvis’. Geholpen door de heren van ‘Gezellig Samenzijn’ werden zij wegwijs gemaakt in het spel. Op 5 november 1979 was de oprichtingsvergadering, en de club had meteen al 20 leden. Tijdelijk hadden zij zelfs 28 leden, en werd zelfs gesproken over een ledenstop. Dat is gelukkig nooit nodig geweest. ‘Steeds Beter’ is een fanatiek clubje, en de vrouwen hebben sinds de oprichting vele prijzen binnengesleept. Ze hebben meerdere Nederlandse Kampioenen in hun gelederen gehad: Aagje Duijs in 1986, Klazien Rutsen in 1993 en Henny Jansma in 1996 en 2000. Ook leveren zij vele Langedijker, Klasse- en Zestallen Kampioenen.
Herenvereniging ‘Op Maat’, opgericht in 1886. Zij werden gelijk lid van de Bond.
‘Op Maat’ heeft veel goede kolvers gehad. De bekendste is Aris Berkhout, hij werd vijf maal Nederlands Kampioen kolven en was bovendien 40 jaar markeur van de Bond.
Aris Kist kocht op een veiling in 1849 herberg ‘De Rode Leeuw’ met vleeschhouwerij, stalhouderij en kolfbaan. In 1911 werd het café grondig verbouwd en kreeg het zijn tegenwoordige aanzien.
Herenvereniging ‘Gezellig Samenzijn’, opgericht in 1926. Zij kolven in ‘De Schelvis’, het café voor katholieken, welke gebouwd is rond 1860. In 1872 is een kolfbaan bijgebouwd.
Brand verwoestte in 1973 ‘De Schelvis’, maar deze werd herbouwd in 1978. In de tussenliggende tijd is de vloer van de kolfbaan, die intact gebleven was, regelmatig gebruikt voor kolven in de openlucht.
Bron: Annette Klinkert (damesverenigingen) en Dirk Spijker (herenverenigingen)
Voor meer informatie kunt u terecht op www.kolfbond.nl of op het e-mailadres
[email protected].